De aanpak wordt bepaald door de aard van de aanpassing en de manier waarop student- en medewerkergegevens in OnStage komen.
In principe wordt de structuur bepaald in de schermen onder basisgegevens: Domeinen, Opleidingen, Studierichtingen (dit zijn de standaard labels hiervoor, veel scholen gebruiken hun eigen terminologie)
- In deze schermen kun je zowel de naam als de externe referentie beheren. De naam is zoals gebruikers het onderdeel in de schermen zien. De externe referentie is van belang voor import van student- en/of medewerkergegevens: naar deze code zoekt de integratiesoftware om studenten op de juiste plaats te geven.
- Een nieuw domein (bijvoorbeeld) aanmaken kan eenvoudig in het betreffende scherm.
Bij een automatisch werkende integratie is dit niet nodig: een nieuw domein wordt automatisch aangemaakt, zodra de integratie een referentie ziet die nieuw is. Als met de integratie ook de naam wordt meegegeven, dan zal ook dat in één keer worden aangemaakt.
De automatische integratie maakt het dus makkelijk, al wordt daarmee het belang van de aanleverende applicatie groter: de manier waarop daar de aanpassing wordt uitgevoerd heeft invloed op de gevolgen in OnStage.
Opmerkingen
0 opmerkingen
Artikel is gesloten voor opmerkingen.